We willen wàt graag dat het beter gaat,
een jaar van het hervinden van de vrijheid,
waarin we weer verenigd zijn in blijheid,
mooi droombeeld dat ons stil voor ogen staat,

geen kap of klok, geen dwangbuis van de staat,
doch 't duister, dat bekend staat om zijn valsheid,
vindt steeds opnieuw parades vol van sluwheid :
varianten, vàlser nog, heeft het paraat.

Ellende wil het zo lang moog'lijk rekken
met schijnremedies volgend op elkaar,
naast vrees, verderf verspreiden, twistgesprekken,

het wil niets liever dan een crisisjaar.
Veel licht, mét 't Licht, doet duister vlug vertrekken,
bid om dat Licht, dat 't schijnt in hem en haar.