Was het ongeluk dat mij tot U bracht
mijn lot door U bestuurd o Heer?
Tegenslagen als het duister van de nacht
gaven die mijn leven keer op keer
geloof en toevlucht tot Uw grote kracht?

Was het juk dat op mijn schouder lag
opgelegd omdat Uw  wil dat was?
Verduistert U de zon voor mij overdag
onthield U genezing die mijn pijn genas
bezorgde U mij steeds slag op slag?

Ik wil toch nog zingen van Uw gena
U zult de vijand die mij hoont verslaan
U wilt mij ondersteunen waar ik ga
als vriend wilt U aan mijn zijde staan
en scherpt mijn oren dat ik U versta.

Nee Uw toorn heb ik niet verdiend
niet Uw plagen zijn het die mij treffen
bovenal en iedereen bent U mijn vriend
steeds zal ik mijn hart tot U heffen
U kent mijn nood, want U bent alziend.