Waar blijft de eerbied in de kerk

Waar blijft de eerbied in de kerk
dat beeld wordt steeds doorbroken.
’t Lijkt voor de kerkdienst een café
waar luidkeels wordt gesproken.
 
’t Blijkt voor de dienst een kippenkooi
van kakelende stemmen
die wisselend door heel de kerk
helaas niet zijn te temmen.
 
De organist die preludeert
daar wordt niet naar geluisterd
hoe vaardig ook zijn vingers gaan
’t introïtus omluistert.
 
Vergeet men dat in ’t huis van God
eerbied moet prevaleren.
Om in de inkeer komend tot
door God bedoelde sferen.
 
’t Is irritant als in de kerk
’t niet gaat om de ontmoeting.
Die voor de kerkdienst is gericht
door ons op Gods begroeting.
 
Wie voor de Heer geen eerbied kent
om tot de Heer te bidden
en voor de dienst zijn hart niet wendt
vindt God niet in ons midden.
 
Zo wordt de kerkdienst tot een farce
loopt kerkdienst op de klippen
waarbij ontbreekt het menselijk hart
een dienst slechts met de lippen.