Je ziet geen mens meer lopen
over ’t onstuimig meer.
Je hoort ook niet zacht roepen:
”Ik ben het hoor, de Heer!”
Geen dode wordt meer levend,
geen water wordt meer wijn,
maar toch weet ik het zeker
dat er nog wond’ren zijn!
Probeer maar eens te zeggen:
”God, ziet U mij nog staan?
Kunt U de hemelsluizen
eens open laten gaan?”
Je moet soms even wachten,
zoiets vraagt wel geduld,
maar toch weet ik het zeker
dat ’t wonder zich vervult!
Ze zijn er nog, die wond’ren.
God reikt ze jou wel aan
en lijkt de sluis gesloten,
zij zal straks opengaan.
Al dragen jou geen meren,
wordt water echt geen wijn,
je ziet het grote wonder:
God zal er voor je zijn!
over ’t onstuimig meer.
Je hoort ook niet zacht roepen:
”Ik ben het hoor, de Heer!”
Geen dode wordt meer levend,
geen water wordt meer wijn,
maar toch weet ik het zeker
dat er nog wond’ren zijn!
Probeer maar eens te zeggen:
”God, ziet U mij nog staan?
Kunt U de hemelsluizen
eens open laten gaan?”
Je moet soms even wachten,
zoiets vraagt wel geduld,
maar toch weet ik het zeker
dat ’t wonder zich vervult!
Ze zijn er nog, die wond’ren.
God reikt ze jou wel aan
en lijkt de sluis gesloten,
zij zal straks opengaan.
Al dragen jou geen meren,
wordt water echt geen wijn,
je ziet het grote wonder:
God zal er voor je zijn!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.