er was een gaarde, Eden’s Hof
ook wel het paradijs geheten
die in het oosten was gelegen
met een schoonheid, ongemeten

in die Hof wandelde de Heer
flora en fauna, zij loofden Hem
en wij mensen, ook wij waren daar
wij hoorden toen Zijn lief’lijke Stem

we hebben naar de slang geluisterd
en onze Heer vaarwel gezegd
we hebben Eden verlaten
omgang met God hebben w’ ons ontzegd

als we zo doen zijn we verloren
komen te staan in God’s gericht;
als Hij naar recht met ons handelt
dan valt de uitkomst voor ons niet licht

om de dingen te herstellen
ging Hij voor ons naar Jerusalem
liet over Zich het oordeel vellen
“ het is volbracht “ klonk daar Zijn stem​

de Heere heeft God’s recht gehandhaafd
en de zonden weggedragen
die schulden heeft Hij Zelf voldaan
zo is Zijn eeuwig welbehagen

de Hof van Eden is daar weer
met de schoonste Stad, Jerusalem,
samen met ons wandelt daar de Heer
wij horen weer Zijn lief’lijke Stem

bij : Openbaring 21 : 5