Een leven lang zocht hij naar God's bestaan
een sneer van twijfel trok door merg en been
de voor en tegens meldden zich steeds aan
als wetenschapper kon hij nergens heen

Hij was bevreesd zijn beste vrienden
dweepten stoer met God is dood
in media tv en kranten
niémand helpt ons uit de nood

Zijn dagen werden korter hij zat in grote grote zorgen
soms ontbrak het hem aan kracht om door te gaan
hij wist dat ergens de sleutel lag verborgen
doch al zijn boeken gaven hem niets te verstaan

In 't gras gezeten aan de kant van de rivier
de ondergaande zon deed alle golven branden
natuurgeluiden schalden hun plezier
maar hij zag enkel zijn geloof verzanden

Op weg naar huis met tranen op 't gezicht
kwam onderweg een bekende man langzij
zij spraken van het huidig tijdsgewricht
de visie van geloven in deze maatschappij

Zij spraken van opofferende Liefde
weerspiegeld in de medemens je naaste
dat daar de sleutel zat die zijn gekwelde ziel doorkliefde
zag op naar de man in wiens gezicht de zon weerkaatste

Nog vòòr hij trachtte de kennis dank te zeggen
vond hij zijn Schepper dankbaar met erbarmelijk ontzag
geen woorden en geen boeken hoefden uit te leggen
zijn eigen onuitwisbaar zielsgeloof èn waar de sleutel lag
Anton van der Haar