We roemen Jezus om wat Hij deed.
Hij stierf voor onze zonden
aan een kruis genageld
bedekt met talloze wonden.

Hij was Gods Zoon, maar ook mens.
Een man van ziekte en smart.
De mensen begrepen Hem niet
velen verhardden hun hart.

Hij moet vaak eenzaam zijn geweest.
Enkel Zijn Vader die Hem begreep.
De discipelen die bij Hem waren
snapten het pas op de valreep.

Hij had geen middelen van bestaan.
Rijke vrouwen ondersteunden zijn werk.
Had zelfs geen eigen onderkomen.
Zo arm was het Hoofd van onze kerk.

Hij die de macht had wonderen te doen
heeft deze enkel aan ons gegeven.
Nooit heeft Hij voor zichzelf gekozen.
Daarom krijgen wij eeuwig leven.

Wat een liefdevolle Verlosser
hebben wij in de hemelse hoven.
Hij die enkel van ons vraagt
in Zijn verlossingswerk te geloven.