God werpt Zijn licht in duisternis
Op Zijn schepselen in nood.
Daar waar het grauw en donker is,
Daagt redding van de dood.

Offert er Zijn enig kind voor op.
Ongenadig aan een kruis.
En na diens laatste harteklop
Aanvaardt Zijn ziel uit ’t aardse huis.

De boetereis, een helletocht
Die Hij voor zondaren moest gaan.
Een nobel doel waar Hij voor vocht.
Hun schuld, door Hem voldaan.

Gaande door een laaiend vuur
Van verdoemenis en strijd,
Op naar het overwinningsuur,
Het eind van satans tijd.

Het doodskleed werd toen afgelegd.
De graven vrijgemaakt.
Die tijding was reeds lang voorzegd.
Het eeuwig leven dat genaakt.

Voor wie Hem volgen en aanbidden.
Hij zal op aarde weer verschijnen.
Stralend staande in hun midden,
Laat Hij dood en duisternis verdwijnen,

En ontsluit de poort naar ‘t paradijs,
Waar Gods kinderen elkaar ontmoeten.
Die ooit zijn voorgegaan op reis,
Om elkander te begroeten.

Dit evangelie voor de Christenheid
Is ware rijkdom in ’t verschiet.
Haat en hoon en spot ten spijt:
Geloof het ….aarzel niet!
Alleen ingelogde dichters van de gedichtensite kunnen reageren.

Comments powered by CComment