O God, ik mag U blij mijn vader noemen,
omdat Uw trouw mij, arme, heeft gezocht.
En in Uw zoon mag ik U eeuwig roemen;
Hij heeft mijn schulden vrijgekocht.

Daarom mag ik mijn handen vouwen.
Ja ik mag zingen omdat Gij bemint.
Ik mag mij aan Uw zorgen toevertrouwen.
Gij wilt mij zien als Uw geliefde kind.

O God, Gij wilt voor mij ook vader heten,
want zelfs ook mij ziet Gij nog staan.
En alle zonden zijn vergeten,
door Jezus bloed nam Hij mij aan.

O God, ik mag dicht bij U wonen.
Gij biedt mij eeuwig een tehuis.
Ik mag mijn liefde aan U tonen,
U stierf voor mij ook aan het kruis.

O God, ik mag toch Vader zeggen,
sla dan Uw armen om mij heen.
Leer mij om alles in Uw hand te leggen.
Gij zijt mijn God, ja Gij alleen.