Heer, bet de wonden van mijn zonden
Met Uw bloed, de balsem van barmhartigheid.
Wis de sporen van mijn duister,
Met de glans van 't Goddelijk licht,
Bron van 's hemels eeuwge luister.
Opdat ik ooit, gereinigd mag verschijnen,
Voor 's Vaders heilig aangezicht.

Daar waar herinnering aan mijn falen,
Voor altijd is tenietgedaan.
Geen spiegel mij wordt voorgehouden,
Want eeuwen vóór mijn aards bestaan,
Hebt U reeds mijn schuld voldaan.

Wil op deze aard mijn Hoeder wezen,
Dan hoef ik hier niets meer te vrezen,
Al woedt vaak her en der de hel.
Houd mij vast in Gods bestel.