Staande waar het vuur al heeft gebrand
werp ik mijn netten uit aan gene zijde
Loop over water naar de overkant
Door een vallei van dorre beenderen
Zeven keer zeven loop ik om de stad
Maar mijn muren vallen niet
Verraad mijn meester zelfs tot drie maal toe
Verkoop zijn leven weer voor dertig zilverlingen
En eet mijn brood zonder klare wijn te schenken
Veertig dagen vast ik zonder haast te maken
Met het scheuren van mijn kleren
Met het roemen in Zijn naam
Met het wassen van Zijn voeten
Blijf ik gevangen in mijn zelfzucht
Mijn christelijke plicht verzaken
Wordt Zijn genade toch het tegenover
Van mijn zelf verklaarde hoogmoed
Ik kan echt niet zonder levend water
Staande waar het vuur al heeft gebrand
En de braambos onverteerd
De grond geheiligd heeft
zich tegen al mijn falen heeft gekeerd.
Mijn God waarom blijf ik U verlaten?
Blijf ik geloven in het wonder van Uw vergeving ?
Mijn klein geloof zal mij niet redden
Evenmin mijn valse hoop
Tegenover Uw tomeloze liefde
Sta ik hier met lege handen
Als kromgebogen kommen open
Verschroeide aarde
- Details
- Geschreven door: Vries, Juko de
- Categorie: Genade
- Hits: 1727
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.