Boven hoor ik engelen zingen,
Galmend door de stille nacht

Vader liet hen ook daar binnen,
't Is een kind dat naar mij lacht.

Het gemis is daar verdwenen,
Pijn is daar vergaan als kaf,

Weg zijn al onze tranen, wenen,
Weg is ook het stille graf.

Zingend met DE VADER boven,
Daar waar GOD alleen er is,

Mag ik eeuwig U toch loven,
Zonder al dat aards gemis.

Altijd van Uw daden roemen,
Nooit geen boosheid angst of pijn,

Altijd Eeuwig Uw Naam noemen,
Wilt Gij ook mijn VADER zijn.
Thea van der Plas van Duyvenbode