de bomen klappen in de handen: de Heere komt weer

nog steeds hebben de boze en zijn trawanten
de flora en de fauna en ons in hun macht
maar 't is de eindtijd, het zal niet lang meer duren
tot God een eind maakt aan hun dodelijke nacht

met duizenden engelen komt de Heer naar hier:
de Ruiter op het witte paard, in al Zijn kracht
de boze trok met zijn legers op naar De Stad
hij werd verslagen, hij en zijn gehele macht

waar zij ook zijn, in de dood of in het leven:
die in zijn macht waren, zij komen alle vrij
ze zijn nu ontheven van dood en van verdriet
de tijd'lijkheid van 't aardse leven is voorbij

de Heere herstelt voor ons de Hof van Eden
zo wilde Hij van eeuwigheid aan handelen:
altijd bij de Heere in louter zonneschijn
om met Hem Die ons hart vervult, te wandelen

en wij ontmoeten hen die ons zijn voorgegaan
ze zijn nu met ons, voor God leefden zij allen,
wij zullen samen altoos bij de Heere zijn
en Zijn lof zingen, laat de bazuinen schallen

de boze en zijn trawanten wacht God's gericht
opstand tegen God, voor ons dood en ellende;
wij krijgen eeuwig leven in God's heerlijkheid
hem wacht als God's vonnis: de dood zonder ende

en zie Jerusalem en de Hof van Eden:
de Stad en de Hof vol luister en heerlijkheid;
daar is de Koning, Hij draagt ons in Zijn armen
wij zijn bij Hem, en loven Hem in eeuwigheid

bij : Openbaring 21 en 22