Ik wacht met groot verlangen
naar 't nieuw Jeruzalem
Met hart en ziel en zangen
te zingen met mijn stem
De stad met paar'len poorten
zo wonderbaar en schoon.
Met engelen en heiligen
te wonen voor Gods troon.

Geen tranen meer en zorgen
geen leed en moeite meer.
Altijd bij Hem geborgen
mijn Heiland en mijn Heer.
En aan Zijn hand ga 'k veilig
op weg naar d' Gouden stad.
Woont liefde en gerechtigheid
daar is de grootste schat.

Dan heffen wij de stemmen
tot een groot machtig koor.
Geen valse toon zal klinken
zo prachtig in 't gehoor
Wij zingen van Gods grootheid
en van Zijn liefde groot.
U bent o Hemel Majesteit
barmhartig tot de dood.

Melodie :Hoe zal ik U ontvangen
LbvK 117