Israel kwam eens voor de Schelfzee te staan
met links en rechts bergen, en voor zich de zee
God baande hen een weg door de wateren
en Hij nam hen allen naar Kanaän mee
eens kom ik ook zelf voor de Schelfzee te staan
met bergen links en rechts en voor mij water
dan eindigt 't aardse leven met geen terug
en ook niet met zeggen dat komt wel, later
dat hebben we te wachten, dat gaat komen
dan verlaten wij voorgoed de aardse tijd
al wat hier was, dat wordt achter gelaten
dan begint voor elk van ons de eeuwigheid
de Heer baant ons een weg door die wateren
en zo trekken ook wij naar Kanaän's land
om aan te komen in Zijn Jerusalem
afgehaald en begeleid door eng'lenhand
daar is de Heere in al Zijn heerlijkheid
het Lam van God Die onze zonden wegdoet
Hij Die hogepriester voor elk van ons was
de Zon der gerechtigdheid, Die ons begroet
Uw Woord spreekt ook van 't komen in het gericht
U, Heere hebt daar in onze plaats gestaan
U bent voor ons naar Moria getogen
U hebt Zelf aan alle recht van God voldaan
U bent op Pasen in glorie opgestaan
U komt weer naar hier in grote heerlijkheid
Koning der koningen, in Jerusalem
waar wij bij U mogen zijn in eeuwigheid
hoe liefelijk zijn Uw woningen, o Heer
Gij stichtte Sion voor wie 't van U verwacht
Gij alleen kunt ons hart de vrede geven
Gij wild' ons vinden, Gij hebt ons thuisgebracht
dwars door de zee naar Kanaän
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Hiernamaals | Verwachting
- Hits: 32
-