Als zielen van hun lichaam zijn ontdaan,
zijn zij gelijk bevrijd van zijn beperking,
geen kwalen, ziekten langer meer in werking,
nu heeft de ziel haar lichtend zielskleed aan,

haar waar gewaad van eeuwenlang bestaan,
gemaakt van licht're stof en kleurschakering.
De ziel leeft eeuwig, is gestaag in lering,
ze heugt zich alles wat ze heeft gedaan.

Toen Jezus ons Zijn Vaders wijsheid gaf,
wist Hij dat men in 't Licht eens kwam te staan,
zijn lichtkleed in volmaaktheid nog niet af.

Vrijblijvend gaf Hij Gods geboden aan,
hen in de wind slaan, geeft de ziel als 'straf',
niet hoger in de sferen kunnen gaan.