Van schaam'le stal tot na het graf, die jaren
van één bijzonder wonderbaarlijk Leven,
zijn voor ons mensen cruciaal gebleven,
op tijd zijn wij naar deze Zon gaan varen.

Een nieuwe horizon naar lichtrijk Leven
deed Hij, de Wonderdoener, ons ontwaren,
een zuiver zien na uitzichtloze jaren,
toen in het aardedonker wij verbleven.

Na sterven stralend voor ons zicht verschijnend,
verlichtend, ìnlichtend, was Zijn bericht,
het Licht der wereld deed de 'dood' verdwijnen.

Als mens had Hij de weg gelegd; de plicht
als Licht, licht op een waarheid te doen schijnen,
dat mensen zielen zijn van tijdloos licht.