mijn hart verlangt naar U, o Heere,
om in Uw voorhoven te zijn;
hoe liefelijk zijn de woningen
van U, Heere der heerscharen,
wij wilden, dat wij er reeds waren,
bij U, Koning der koningen
in Jerusalem, in Uw domein
waar U woont en troont in ere

mijn hart, mijn vlees, het jubelt tot U,
tot U, o God van mijn leven,
in Uw huis, waar de mus een thuis vindt
en ook de zwaluw een nest heeft
bij U, Heer, Die eeuwig leven geeft,
en Die gekomen is als Kind,
Die Zich ten offer heeft gegeven,
in eeuwigheid, voor toen en nu

op Uw altaren, Heer der heren;
Gij zijt mijn Koning en mijn God,
zalig zijn die in Uw huis wonen
daar loven zij U gestadig;
U bent barmhartig en genadig,
U wilt ons Uw gunst betonen,
want U bent bewogen met ons lot;
Heer, wil ons Uw wegen leren

welzalig zij die op U bouwen,
wier sterkte in U is, o Heer,
in hun hart zijn gebaande wegen;
als zij door een dal moeten gaan
waar er stekelige struiken staan,
-dat komt ons in het leven tegen-
dan geeft U hen bronnen, keer op keer,
daarop mogen zij vertrouwen

zij mogen voortgaan, van kracht tot kracht,
om voor God te gaan verschijnen
in Sion, de stad Jerusalem;
Heere, hoor ook mijn gebeden:
geef mij, die Stad te gaan betreden;
o God, mijn schild, hoor ook mijn stem:
ik bid U, voor al de mijnen,
om Uw Gezalfde en Zijn macht

ik weet, één dag in Uw voorhoven
is beter dan waar ook wezen;
liever aan de drempel van God’s huis
zijn, dan elders te vertoeven
en te derven wat wij behoeven:
daar, bij de Heere is ons thuis;
zon en schild, nu en voor na dezen
is Hij, wij zullen Hem loven

Hij geeft ons genade en ere,
Hij zal ons het goede geven,
Hij zal dat niet aan hen onthouden
die wandelen naar Zijn wetten;
Heer, wil ons op Uw wegen zetten,
reken ons tot Uw vertrouwden;
zalig hij, die voor U wil leven:
U bent onze Koning, Heere

bij Psalm 84