naar de Grote Morgen, een pelgrimslied

in steden en dorpen ligt er een Hof
daar wachten zij die de tijd voorbij zijn
op de Dag dat de bazuinen klinken
en de Heere weerkomt in heerlijkheid
om met ons samen bij de Heer te zijn
in Eden’s Hof waar de sterren blinken

die Grote Morgen zal er weldra zijn
dan komt de Ruiter op het witte paard
aan ’t hoofd van hemelse legermachten
Koning der Koningen, Heer der Heeren
eer en glorie en onsterfelijkheid
brengt Hij aan allen die op Hem wachten

tijdens hun leven, hier op de aarde,
en eeuwig leven van Hem verwachten;
zijn ze ontslapen, ze leven voor Hem
leven ze hier, en gaan ze Zijn wegen
dan hebben ze reeds het nieuwe leven,
zo is het voor elk die hoort naar God’s stem ​

wat een heerlijke dag zal dat wezen
de hele schepping wacht op die morgen:
de Zon der gerechtigheid gaat blinken
de dingen worden weder opgericht
wat tijdelijk was, wordt eeuwig leven
op de Dag dat de bazuinen klinken

en daar, in het oosten, daar ligt een Hof
de Hof van Eden, waar sterren blinken
het is dicht bij de Stad Jerusalem
daar zal de Heere met ons samen zijn
bij Hem mogen zijn, dat vervult ons hart
Hij riep ons, Hij vond ons, looft eeuwig Hem

bij : I Thessalonicenzen 4 : 13 - 18
      Openbaring 19 : 11 - 16; Johannes 5 : 24;
      Romeinen 8 : 18 -23