ons hart verlangt naar het paradijs

daar, in het oosten, ligt een hof
een gaarde, overvol aan schoonheid
ze is een vreugde voor elks oog
en toont ons al haar heerlijkheid

een brede stroom kwam daar vandaan
welke zich er splitste in vieren
en daar de flora bevloeide
het leidde er tot vier rivieren

Pison, Gichon, Tigris, Eufraat
die namen hebben ze gekregen,
goud, balsemhars, en chrysopraas
wordt genoemd en wordt er verkregen

in de hof zijn er fonteinen
die kristalhelder water geven
en flora en fauna dienen
met drinkwater om van te leven

bomen planten bloemen alom
in en rijke verscheidenheid
kleur en geur en fleur overal
bedoeld om te zijn in eeuwigheid

zie welk een fauna aanwezig
dieren in grote varieteit
die met elkaar samenleven
met Adam en Eva die hen leidt

het is daar toen niet goed gegaan;
nog even, en dan is dat voorbij
het zal worden zoals het was
die heerlijke tijd is heel nabij

de Heer herstelt alle dingen
het gaat om het werk van Zijn handen
en dat laat Hij nimmer varen
en niemand zal Hem dat ontwringen

wij wachten Zijn wederkomen
in onvoorstelbare heerlijkheid
de leeuw zal met 't lam verkeren
dat heeft de Heere voor ons bereid

wij zullen bij de Heere zijn
Hij betaalde voor onze zonden
we zullen blij rondom Hem staan
looft de Heer Die ons heeft gevonden