wij die hier op aarde leven
weten dat 't eens een einde neemt
maar dat willen we niet weten
een eind? 't is aan de schepping vreemd
in ons hart ligt de eeuwigheid
dat heeft God Zelf er in gelegd
bij het maken van Eden' s Hof
die Hij aan ons had toegezegd

daar wil Hij met ons wandelen
Eden's Hof, bloemen en bomen
van onvoorstelbare schoonheid
fonteinen en waterstromen,
als Vader met Zijn kinderen
aan wie Hij Zijn hart wil geven
om volmaakt gelukkig te zijn
bij Hem in het eeuwig leven

hoe heeft het zo mis kunnen gaan
we zijn door de slang bedrogen
we hebben het wel zelf gedaan
hoe kan God ons nog gedogen:
Hem, de levensbron, verlaten
en ingeruild voor vijand zijn
de schepping gaat er onderdoor
en wij derven God's zonneschijn

we gaan een oordeel tegemoet
wat Hij naar 't Godd'lijk recht beslist
onze keus wordt afgerekend
God's recht daartoe wordt niet betwist
want ik moet het onderschrijven
wie er voor kiest God te haten
weet dat het eens wordt uitbetaald
dat we Hem hebben verlaten

'k heb daar niets tegen te zeggen
als God zo beslist, is 't naar 't recht
Hij handelt in rechtmatigheid
't is in de schepping ingelegd,
maar moet ik dan verloren gaan:
die weg heb ik zelf verkoren
o God ! wat heb ik zelf gedaan
wat zal ik van U gaan horen

Ik hoorde uw bekentenis
Mijn recht hebt u geheel erkend
naar dat recht bent u verloren
Mijn recht heeft nog een ander end:
Mij komt toe het recht van gratie
dat is naar Mijn Koninklijk recht
dan gaat het vonnis niet verder
Ik geef u gratie als gezegd

want aan Mijn recht is wel voldaan:
Het Lam heeft alle schuld betaald
Hij is naar Moria gegaan
als in de Schriften wordt verhaald
Hij is voor u daarheen gegaan
voor vijanden die Hij liefheeft:
kom zingend rondom uw Heer staan
Hij Die u eeuwig leven geeft

bij : " het is volbracht "