Ons reisplan, geldende een leven lang,
Is voor velen vaak een martelgang.
De oversteek van hier naar daar,
Aan Jezus' hand is dan niet zwaar.
Herinnering aan smart zal snel vervagen
Als we, gelijk op vleugels dan gedragen,

Opgaan naar oorden van gelukzaligheid.
Voor immer aan God toegewijd.
Waar duisternis niet meer bestaat,
Omdat Zijn licht ons nooit verlaat.
Ontdaan van pijn en zorgen,
Van oorlog, angsten voor de morgen,

Van ziekte, honger, haat en waan,
Op weg, naar die ons reeds zijn voorgegaan.
Reizend naar dat eeuwig licht,
Met het eindpunt vol in zicht,
Zijn we, los van aardse banden,
Voor altijd veilig in Gods handen.

Herboren in een rein, nieuw leven,
Zoals verkondigd en beschreven
In Gods Woord, eeuwen geleden,
Dat onfeilbaar is tot heden.
Een gelofte, solider dan het zuiverst goud,
Tot ieders redding en behoud!