Als het avond in ons leven is geworden
Na een tijd die als een damp verdwenen is.
Als één hindernis nog moet genomen worden,
Verkeer ik soms in een diepe duisternis.
 
We hebben onze kind’ren in Gods hand gegeven
En weten dat die bij Hem veilig zijn.
Zij reizen nu getroost hun verdere leven,
Tot zij ook eens in Zijn hemel mogen zijn.
 
We weten niet hoe lang de weg nog zijn zal,
En bidden om Zijn hulp bij dag en nacht.
Vooral als satan met zijn list proberen zal,
Mij te verleiden. Heere houdt Gij dan de wacht.
 
Soms mag het nieuwe lied ons hart verblijden,
Dat opklinkt in de schemer van de avond
Tot eer van Hem die ons verlost uit lijden.
En doet uitzien naar de nieuwe morgenstond.
 
Want als de rode gloed van Jezus’ bloed
Verzoenend straalt over uw levensavond
Mag u het zeker weten: het komt goed
Het hemels lied zal klinken uit mijn nieuwe mond.
 
Als op ’t bazuingeklank aan ’t eind der tijden
De Heiland op de wolken zal verschijnen
Hef ik de eeuw’ge zang aan na de lange nacht
Tot eer van Hem die dit heeft uitgedacht.