Rentmeester in de Hof van Eden met haar levensboom
en dag’lijks mogen raken aan Zijn kledingzoom,
Zijn gouden regels, voor een leven zonder nacht:
vergooid, en Hem als Heer verlaten voor een greep naar macht.

Die eerste dingen zijn voorbij gegaan, ze zijn niet meer:
verlies van Eden en van omgang met de Heer;
het aardse leven met zijn pijn en eindigheid,
dood en rouw en tranen, die zijn er volop in de tijd.

Van rentmeester naar balling, en uit de Hof verdreven,
zo is het gegaan; maar zo zal het niet blijven:
dat is, zegt ons de Schrift, in eeuwigheid al vastgelegd.

De Heere Zelf voldeed op Moria aan al God’s recht
“Het is Volbracht “, dat heeft Hij op laten schrijven,
Heer, gedenk ook mij, alleen bij U is eeuwig leven.

bij Genesis 3; Lucas 23 : 42 en 43;
Johannes 19 : 30, en 14 : 1 - 3 .