'Het Koninkrijk', 'De Koning',
hoe stel ik mij dat voor?
Die hoge hemel woning,
de engelen in 't koor,
die eeuwige Godspaleizen,
het allerhoogste lied?
Hoop, die nooit zal vergrijzen.
- 't Is liefde, anders niet.
Wat nog geen oor gehoord heeft
of ooit een oog gezien,
God geeft het aan de Zijnen..
Volmaakt is 't, onverdiend.
Geen legers meer, geen wapens,
geen angst en geen verdriet
en al mijn levensdagen
Gods vrede, een nieuw lied.
En .... o, wat is de ruimte
gevuld met heerlijkheid.
Ik kan het haast niet vatten,
mijn God, ik ben bevrijd!
Waar zijn de ziekenhuizen,
waar de gevangenis,
de rechter, de getuigen?
Slechts vrede vult mijn dis.
Waar is het juk, dat drukte,
de wanhoop, nijd en haat,
de last, waar 'k onder bukte,
het nooit aflatend kwaad?
Dit alles mag 'k vergeten,
die gesel van de tijd.
Een koningskind mag ik wezen.
Mijn God, wat ben ik rijk!
Geen tranen zullen wezen,
geen zorgen meer, geen pijn.
In Gods Woord kan ik lezen,
hoe of het daar zal zijn:
Genade en ontferming,
geen overheersing meer.
Nieuw leven, mijn bestemming,
waar ik aanbidden leer.
'Genade' stond geschreven
de poort, die 'k binnenging.
Een kostbaar dure parel,
hemelse schittering.
Ik knipper met mijn ogen.
Van waar dat zuivere licht?
God, U hebt niet gelogen.
- 't Is Jezus aangezicht.
(Matth. 6 : 10a )
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.