Vaak vorm ik mij een beeld
hoe ik eenmaal zal leven,
als God mijn ziel bevrijdt
en opwaarts heeft geheven.
Wat zal mijn oog dan zien
als’k daar ben aangekomen
in ’t land waarvan ik hier
maar nauwelijks kan dromen.
Zal er een brede poort
met gouden deuren wijken
en kan ik dan gewoon
de hemelzaal inkijken,
of word ik afgehaald,
door velen die ik miste,
die door God ingelicht
reeds van mijn komen wisten?
Als mij het heimwee trekt,
de velden donker kleuren,
denk ik wel eens hardop:
wanneer zal het gebeuren?
Maar’k weet, wanneer het komt,
laat God mij daar ontwaken.
Nu rust op mij de taak
mijn opdracht te volmaken!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.