Tussen de madelieven
in het geplette veld
zingen je fluisteringen
in zachte melodieën
als lispelende beekjes
door mijn herinnering,
ik kan niet wachten
om je weer te zien.

Ik rijg voor jou
een stralenkrans
van bruidstooimadelieven,
verlangend uitziend
naar de liefdesnacht
waarin we onze eenheid
mogen vieren
in innigheid, zo diep
dankzij de Allerliefste
die ons zo prachtig schiep.
 

Hooglied 7 : 10 - 11