In onze kinderen 
zullen onze dromen 
ons weer bereiken.

Voorbij de grenzen
van onze mijmeringen
over weleer
woont hun frisse lach.

Hun stem zullen we
morgen weer horen.
In duizend herinneringen
leeft dan plots weer
een glimp van 
een streepje toekomst.

We herleven vanuit
de oude schommelstoel 
aan het raam.

Daarbuiten schieten 
drukke pimpelmezen 
over het gazon,
al buitelend over elkaar.

Onze glimlach vult 
het huis.
Dank U, Heer!