Nog vechten machten van het duister
om licht te zoeken voor hun rijk.
Om kracht te winnen uit de luister
van heel Gods hemels koninkrijk.

Wij arne schapen die verdwalen
in valse schijn en fletse glans,
wij die verleidingen niet achterhalen
ontspringen nauwelijks hun dans.

Wij arme rijken die niet vragen:
'is dit het duister of het licht?'
wij die slechts zelden 't spel doorzagen
dat op Gods kinderen is gericht.

O God maak onze ogen toch weer open,
laat ons doorzien de valse schijn.
En laat ons op een lichtstraal hopen
zodat we veilig in het donker zijn.

Nog vechten machten van het duister,
maar wij geloven in Gods kracht,
die voorgaat naar Zijn licht en luister
en ons beveiligt voor de duis'tre macht.