Het lukte maar niet met het orgelspel,
zijn collega zei: “Ik help je wel.”

Tijdens de preek
toog organist Beek
over een uitgebeten zerk
naar zijn collega’s kerk.
Hij speelde het lied,
lang duurde het niet
en er was niemand die hem verried.

Zijn dominee dacht halverwege de preek:
Organist, je laat ons toch niet in de steek?
Het was hem lang niet naar de zin,
hij laste maar eens een tussenzang in
en wreef zich afwachtend over de kin

doch het bleef stil daar boven.
Het is toch niet te geloven?
Vol rust kwam de organist retour,
vond de gemeente in rep en roer.
“Wat een kouwe drukte zeg,
ik was alleen even samen-op-weg!”


Uit "Granaatjes met een gouden slot"
Met toestemming van organist Beek