Zondags zit ik in de kerk,
wij zingen van Uw grote werk.
ik zit soms schijnheilig in de bank.
Hier gaat het bij mij mank,
het komt niet uit mijn hart vandaan,
de inhoud lijkt langs me heen te gaan.
 
Heere, ik wil  U nu vragen,
wilt U de woorden in mijn hart leggen,
dat ik deze na mag zeggen,
zodat ik ze aan U mag opdragen.