Een mensenkind als Godsgezant,
Thans zittend aan Gods rechterhand,
Werd naar de aard gezonden,
Tot redding van die zijn geschonden.

Zijn komst, verwacht in kleine kring
Rond Maria, die Gods Geest ontving,
Werd op de tijd, die God bepaalt,
Met englen van het Licht omstraald.

Door hemelkoorzang begeleid,
Is het blijde nieuws verspreid:
"Het Godskind is geboren in een stal."
Zijn naam zal eeuwig klinken, overal.

Ver van pracht en praalvertoon,
Kwam naar hier, Gods eigen Zoon
Jezus, die, uit oneindige genade,
Ons zal hoeden voor het kwade.

Aanbid dat wonderschone Kind,
Dat ons aan reine liefde bindt.
Dat ooit voor ons zijn leven gaf,
En overwon de dood en 't graf.