Advent,
is steeds verlangen naar de morgen
die, nog gehuld in diepe duisternis
verborgen achter pijn en zorgen
voor iedereen verborgen is.

Advent
is vragen: Ách wanneer
zal nu de hemel openbreken.
Wij wachten nog op onze Heer,
er is al zo lange tijd verstreken.'

Advent,
is uitzien naar de stralen
van 't eerste prille morgenlicht.
Is weer het horen van verhalen
waarin Gods glans verborgen ligt.

Advent,
is weten en stil dromen,
want licht daagt reeds van ver.
Gods Zoon zal eenmaal komen,
we zagen al de eerste ster.

En al wat wij nu nog verlangen
en hopen op wat komen zal,
is al in Christus komst ontvangen,
in 't kleine kind in Bethlehems stal.

In 't oosten is een licht gaan dagen,
ons wachten wordt eenmaal beloond.
Gods Zoon zal dan de vrede dragen
als Hij in glorie eeuwig bij ons woont.