Bescheiden Bethlehem

Al is het al zolang geleden
Van Bethlehem tot onze tijd
Van de oudheid tot het heden
Heren en herders, haat en nijd

Oorlog en macht, het recht der sterken
De mensheid draagt ze in haar hart
En zij die voor het goede werken
Blijven achter, stil verward

Maar tegen alle stromen in
Van mannen in hun machtig streven
Was daar het Kind, een nieuw begin
Die nacht, begon het nieuwe leven

Een ster bescheen het schamel plekje
Een stal slechts met gewone mensen
Een kindje in een doekendekje
Verlegde met Zijn komst de grenzen

Niet als een zelfverklaarde koning
Gekroond slechts met bescheidenheid
En toch gekomen op Zijn tijd
Onder de minsten, is Zijn woning

En waar de and're heersers gingen
Verslagen werden en onttroond
Blijven wij Zijn komst bezingen
Ofschoon Hij werd bespot, gehoond

Dat kindje in die kleine stal
Hij bracht de boodschap van de vrede
De liefde die eens heersen zal
Als wij in Zijn voetspoor treden