Je stem te laten horen,
durf je en kun je dat?
Wij, mensen  bouwen dikwijs Babels toren
en zeggen dit, en weten dat.

Uit naam van God te mogen spreken,
wat komt daarvan terecht?
Toch klinkt in deze donk're weken
 een stem van liefde, vrede, recht.

Profetenwoorden roepen we tot leven
en we horen weer het oud verhaal.
Wil luist'ren nu. Je kunt nu even
Gods woord verstaan als mensentaal.

Hij, God spreekt zelf hier in ons midden.
Kun je zijn woorden horen, kun je 't aan
om ook te luist'ren en als wij bidden
ons buigen voor zijn grote Naam?

Een Godsgezant spreekt grote woorden,
bekering, wet  en wat niet al,
Ik weet niet of wij dat alles hoorden
maar 't geeft ons vreugde eind'loos, zonder tal.

God heeft hem lief, profeet en afgezant,
Hij roept om hem te volgen, zonder spijt.
De weg gaat open naar Gods Vaderland.
Hij voert ons met de liefde door de aardse tijd.

De stem van de profeet klinkt alle dagen
in ons gehavend leven door.
Die ENE, God komt steeds weer vragen
geef jij ook aan die stem gehoor?

Profetenwoorden roepen wat in ons dood is wakker
en binden ouders aan hun kind
De  band van mensen wordt ook weer strakker
als in Gods naam een kind zijn ouders vindt.


Vooruitzien, roepen van de hoogste daken
dat vrede heerst en Jezus komt,
voor Hem je tijd weer vrij te maken
en alle weerstand in zijn naam verstomt.
 
Een bode op de weg, een kind van God
die roept en roept en vrede schept.
Hij zegt: leg in zijn handen heel je lot
wees dan een vrolijk mens die van Gods liefde rept.

Steek nu je hand uit naar elkaar,
doe weg  je weerstand en geweld.
Maak samen de profetenwoorden waar,
ontvang Messias Jezus als je held.

Nog één keer spreken van de Vader God,
vertellen van het wonder.
Nog één keer roepen, spreken tot
elkaar, en niemand kan ooit nog zonder.



Bij Maleachi 3: 1-2 en 23-24
 


Frans den Harder


31 januari 2005