Wie wijs is gaat op reis
als hij Gods teken ziet,
zonder een hard bewijs
naar onbekend gebied.
 
Wie wijs is zoekt het kind
dat koning worden zal.
Hij zoekt totdat hij vindt;
hij zoekt tot in de stal.
 
Wie wijs is buigt diep neer
Als hij gevonden heeft.
Hij zegt: ‘U bent mijn Heer’,
waarna hij alles geeft.