de tafel was nooit zo rijk gedekt
als tijdens dit maal van overvloed
wanneer de laatste gast vertrekt
schemert reeds de morgengloed

het souper was waarlijk zeer geslaagd
en, oh geluk, er ontbrak aan niets
't wild voortreffelijk, de wijn op smaak,
succesvol was het ijs met kirsch

ik blijf even voor de spiegel staan
maar in plaats van mijn doorvoede beeld
zien mij twee donkerbruine ogen aan
vanuit een ver verwijderd werelddeel

die ogen tonen mij een houten dis
gedekt met rijst en water,
plotseling weet ik Wie ik heb gemist:
het Kerstkind, Dat zat daar aan tafel