Er klinkt als nooit te voren
een roepen door de nacht
naar Hem, die door miljoenen
op aarde wordt verwacht.
Wanneer zal het gebeuren,
het fel begeerd moment,
dat God Zijn Zoon, als eertijds,
weer naar de aarde zendt?
Zovelen hier verhong’ren
in bitt’re stervensnood.
Ze huilen om bevrijding
en rondom waart de dood.
Gebieden overstromen,
tsunami’s vallen aan.
Heer, kunt U al dat schreeuwen
daarboven niet verstaan?
U heb toch eens gesproken:
”Wanneer dit al geschiedt,
hef dan uw hoofden opwaarts,
vanwaar Ik u redding bied!”
Hoe lang kan het nog duren,
dat ’t wolkendek groots scheurt
en dat wat ons beloofd is
in ’n punt des tijds gebeurt?
Ik vraag, ik bid, ik smeek U
met velen om mij heen,
die uitzien naar verlossing,
ontgoocheld en alleen:
”Als wij eerdaags gaan zingen
van ’t Kindje in de stal,
wat wordt het dan een feest, Heer,
als U zélf komen zal!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.