In’t diepste duister van de nacht;
Toen niemand zich meer kon bewegen
Zo moe, zo moe, en zonder kracht
Toen heeft God zelf Zijn Zoon gezonden,
Waarop de mensheid had gewacht.
Toen klonk gezang uit duizend monden
Omdat Hij vreed’ op aarde bracht.
En nu, nu alle mensen zwijgen
Omdat hun hart zo donker is;
Nu telkens duist’re wolken dreigen
En er geen stergeflonker is;
Nu zendt God weer Zijn vredebode;
"Hij leeft, mijn kind, Hij leeft voor jou
Hij maakt weer levend, wat jij doodde;
Zijn licht brengt warmte in jouw kou’.
Je hoeft alleen je hand te reiken
En zie, wat donker was wordt licht.
Je zult van wanhoop niet bezwijken:
HIJ KOMT! DE DAG IS REEDS IN ZICHT!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.