Gouden sterrenlicht op kerstnacht
als de engelen lieflijk zingen
een goddelijk Kind wordt verwacht
de herders waken en bidden.
 
Zij knielen eerbiedig neer voor de stal
hun schaapjes slapen in de wei
Maria draagt haar geluk bovenal
terwijl jozef het stro zachtjes spreidt.
 
In de Kribbe wordt Het in doekjes gelegd
zo lief en teer als het maar kan
terwijl de os niets heeft gezegd
balkt de ezel zoveel als hij kan.
 
Hun adem houdt ’t heerlijk warm in de stal
’t geluk ligt op Maria en Jozefs gelaat
de herders gaan terug naar het dal
en ’t sneeuwt – donzig wit op d’ aard.
 
Klokken luiden jubelend de wereld rond
iedereen staat van dat wonder verstomd
gouden sterrenlicht op kerstnacht
heeft iedereen tot Het kind gebracht.