Het is al laat, de weg is lang, Maria is zo moe!
Is het nog ver naar Bethlehem? Haar ogen vallen toe....
´Ik zie de stad, we zijn er zo´, zegt haar man Jozef zacht.
´We zoeken gauw een herberg op, een plaatsje voor de nacht´.
Maar wat is dat? Er is geen plaats, want alles is bezet!
Er is alleen een kleine stal; het stro dat wordt hun bed.


Het is heel stil. Een vuurtje brandt daar ergens in de wei.
De schapen liggen in het gras, de herders zijn erbij.
Maar plotseling... daar schijnt een licht! Daar schrikken zij toch van.
Er staat een engel in dat licht! Wat zijn de herders bang.
´Wees niet bevreesd, ik breng goed nieuws, want hier in Bethlehem
kwam koning Jezus in een stal. In een kribbe vind je Hem´.


Het wordt weer donker, ´t is weer nacht. Wég met de engelenzang.
De herders spreken met elkaar en niemand is meer bang.
Zo vlug ze kunnen gaan ze nu op weg naar Bethlehem.
Daar vinden ze Gods eigen Zoon en ze aanbidden Hem.
De Koning van de wereld werd geboren in een stal.
Zóveel houdt God van jou en mij! Bedankte jij Hem al?

Jetty Jonker