God strekte
Zijn arm uit de hemel
en hield in Zijn open hand
een schitterend geschenk
en vroeg de mens:
‘Dit geef ik jou,
wil je dit hebben,
gratis en voor niets
omdat Ik van je hou?’

‘Zei U iets?
ik heb zo’n haast’
zei de mens verdwaasd
-geen tijd-

‘Ik durf het
niet aan te nemen
gratis? dat kunt U niet menen!’
-geen geloof-

‘Houd U het
nog even vast
tot het moment me beter past’
-geen interesse-

‘Ik wil het
wel in  handen nemen
maar die zijn vol problemen’
-geen plaats-

‘Dank U wel
voor dit geschenk
zodat ik aan Uw liefde denk’
-Alsjeblieft, voor jou-