Ik ben op reis, heb eigenlijk geen doel
en zwerf over verre donkere velden
leeg zijn mijn gedachten zonder gevoel
alleen een leegte laat zich in mij gelden.

En in mij klopt mijn hart zo doods en koud
alsof geen liefde mij kan warmen.
“O Vader, die ook mij hier aanschouwt
wilt U mij vertroosten in Uw armen.

Laat mij niet dwalen door het stille veld
maar leid mij door Uw heldere ster
waar eens Uw engelen hebben verteld
naar die kribbe. Hij is vast niet meer ver!”