Ik heb het kind gezien
dat ooit geboren
de adem nam
van een ezel en een os

een levend wezentje
nabibberend nog
in nieuwe taal

ik bezocht het
met een geschenk
bij blokker weggehaald
en gaf het zonder schaamte

aan een man en een vrouw
waarvan ik dacht dat zij
krijgen beter zouden begrijpen.

En de wind verliet de aarde
om sterren te doen beven
engelen zongen dat een leven
het zorgwekkend koud had

ik las
wat nog niet geschreven stond
met innerlijke ogen.

Kind, zei ik
jouw kribbe is mijn schip
jouw toekomst mijn
grote kracht
maar wacht

wacht nog heel even
tot ik minimaal een dag
een fractie begrepen heb
van het kind
dat al zolang
in mezelf overnacht.

Jeanine Hoedemakers