In de stal van mijn hart  
waar geen goud was of zilver
geen schoonheid en netheid
maar een somber geheel  
daar was het hard nodig   
dat Eén licht zou brengen
genadig zou schenken
want ik had niet veel.

In de stal van mijn hart
was geen luxe, geen weelde
het was niets bijzonders
’t was nietig en klein
maar plots brak het licht 
door in het duister
ik hoorde God fluis’tren
ook jij mag er zijn.

In de stal van mijn hart
werd de Heiland geboren
Gods Zoon kwam er wonen
Hij nam daar Zijn plaats  
en wat ben ik rijk        
ondanks de verleiding
voel ik bevrijding
nu Hij met mij gaat.

In de stal van mijn hart
werd rijkdom geboren
de zonde moest wijken
het duister werd licht
geen armoedje troef
maar eeuwige vrede
werd mij gegeven
Zijn troon opgericht.