het zal wel in september zijn geweest,
dan is het ook de tijd van Joods nieuw jaar;
de natuur is nog mild voor mens en beest,
en dan er is gras, op de velden daar

zo was het toen, in ’t veld van Bethlehem;
daar waren herders, met vee, hun schapen,
zij hielden de wacht over hen; hun stem
hield ze wakker, ze mochten niet slapen

ze moesten over hun kudden waken,
ze hoopten dat het rustig zou wezen,
dat ze geen schapen kwijt zouden raken;
maar wat komt daar voor een licht gerezen !:

een engel verschijnt, in een stralend kleed,
om hem heen: de heerlijkheid des Heeren;
daarvan hebben mensen veelal geen weet,
bij ontmoeten van hemelse sferen

de herders werden daardoor zeer bevreesd,
maar de engel zei tot hen: vrees maar niet,
want er is reden voor blijdschap, voor feest,
voor heel het volk is er grond voor een lied

want heden is de Heiland geboren,
de Heere, in de stad van Bethlehem:
Hij is de Christus, door God verkoren;
in de krib, in de stal, daar vindt u Hem

nu gewikkeld in doeken, Hij ligt daar;
hij sprak nog, en de hemel was open
en daar kwam een hemelse legerschaar
in een heerlijkheid waarop wij hopen

zij zongen God’s lof, daar op de velden:
ere zij God, en vrede op de aarde;
Zijn welbehagen voor mensen, melden
wij aan u, dank Hem, houdt dit in waarde

toen de engelen weer waren gegaan,
hebben de herders tot elkaar gezegd:
wij kijken even de kudden niet aan,
laat ons het Kind zien, waar Hij is gelegd

zo gingen zij samen naar Bethlehem,
zij hebben Hem in de krib gevonden,
zij baden Hem aan; loofden met hun stem
de Vader, Die de Zoon had gezonden

zo was het toen, in de stad Bethlehem,
daar is voor ons de Heiland geboren;
Hij geeft eeuwig leven, hoort naar Zijn Stem:
Hij is de Christus, door God verkoren
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment