Ik wil wel die kerstengel zijn
die klapwiekt met vleugels
van ongerept zijdezacht dons
die zich nooit eens verslikt
in een toonladder
vol valse noten
van haar-overeind-komend
klaroenengeschal
die geen last heeft
van de gouden glans
van zijn strak aureooltje
of van het gesjok
langs stinkende straten
op zoek naar die mensen
verlaten
door nu eens iedereen
Maar,
hoe zou ik mezelf dan nog
kunnen bezien in de spiegel
als ik nooit heb geleerd
dat er écht hier van binnen
een warmte moet zijn
die ervoor zorgt dat mijn handen
kunnen strelen en verdriet
kunnen helen
die lacht en die grapt
en als het moet
heel erg zacht
zegt
dat ik gewoon maar
een echte vriend
voor jou wil zijn
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.