Kerst achter gesloten gordijnen
alleen bestemd voor de mijnen
gezellig achter beslagen ruiten
alle vreemden buitensluiten

op de stoep staat de buurman
vaag bekend, dus geen toegang
hij belt een paar keer aan
maar we laten hem buiten staan
geen plek is er voor hem
ons feest is niet voor hem bestemd
de man gaat maar weer heen
naar zijn kamer heel alleen

door de straat loopt nog Iemand
uit een verweg sterrenland
onzichtbaar voor de feestende schaar
belt Hij bij de buurman aan
de deur gaat open, Hij mag binnenkomen
maar geen eten kon de gastheer kopen
de Gast zegt: geef aan Mij wat je nog hebt
opeens is de tafel rijkelijk gedekt

bij de buren is het feest afgelopen
wat overbleef is ranzig overbodig
aan de eenzame, niet langer eenzaam,
bood het Levend dagelijks brood Zich aan