Ergens is een kind geboren
ver van hier in Mozambique.
Toekomst is het niet beschoren
’t kind heeft honger en is ziek.
Vliegen zitten op zijn ogen
’t is met HIV besmet.
Uitgemergeld, onbewogen
ligt het op niet eens een bed.

’t Zijn welhaast vertrouwde beelden
die we zien op de tv.
Terwijl wij wentelen in weelde
straks tijdens het kerstdiner.
En we zingen: “Komt tesamen”
vieren kerst vol romantiek.
Moeten wij ons dan niet schamen
voor dat kind uit Mozambique?

Maar wij drinken en we eten,
zijn gezellig bij elkaar.
’t Kind uit Mozambique vergeten.
O, ons eten valt wel zwaar.
Als het kindje wordt begraven,
nemen wij nog een glas wijn,
waar wij ons aan kunnen laven.
Zo verdoven we de pijn.

Ergens is een Kind geboren
ver van hier in Bethlehem.
Voor Hem zongen eng’lenkoren
uit de hemel klonk een stem:
“Onze Heiland is geboren
in een kribbe in een stal.
En Hij wil ons laten  horen,
dat Hij ons bevrijden zal.”

Blijde boodschap voor ons allen.
Trommel, fluit en maak muziek.
Laat cimbalen nu maar schallen
in ons land en Mozambique.
Want de boodschap laat ons horen:
“Ben je arm of ben je rijk.
Waar je ooit eens bent geboren,
we zijn allemaal gelijk.”

Nu kunnen we kerst gaan vieren
wij en ‘t kind in Mozambique.
Wel of geen boom gaan versieren.
Voor HET KIND ben je uniek.
Ook al leef je in het duister
zonder toekomstperspectief.
’t KIND brengt licht, dus kom en luister
als Hij zegt: "Ik heb je lief."