De Geest doet
mij spreken
die het diepst
mijns harten
wil beroeren
om te prijzen
Israëls God
die ook mij
uit ellende
wilde voeren.

De Vader geeft
hen woorden
die de diepte
van Zijn hart
willen peilen
om te geloven
Zijn verbond
waar ook ik
rustend mag
verwijlen.

De Zoon komt
als Woord
dat de diepte
van mijn hart
wil verlichten
om te leven
van vergeving
en mijn voet
naar vrede
richten.

De Opgang
uit de hoogte
in Zijn diepste
barmhartigheid
wil genezen
om te bedekken
het behoeftige
en zwakke
trillen van
mijn wezen.

Zijn Licht
en warmte
stilt mijn
vrezen.